14 februari 2016

Wat niemand ziet van Martijn Niemeijer

‘Wat niemand ziet’ is geen vrolijk verhaal, maar wel heel gevoelig en soms bijna filosofisch.

Ros krijgt te horen dat haar ouders dood zijn. Bij de politie wordt ze gevraagd om dingen te vertellen, maar dat lukt Ros niet echt goed. Als de psycholoog uiteindelijk de kamer verlaat, komt Ros los en aan de lieve agente vertelt ze alles. Dat ze elke dag na school ronddwaalt door de stad en afvaltuintjes maakt van afval. Op een dag vindt ze diertjes gemaakt van afval… iemand lijkt haar te zien, te volgen en te begrijpen hoe ze zich voelt…

Ook laat Ros woorden achter in de tuin en de vinder legt iets terug. Op school kan Ros zich niet concentreren en de juf stelt steeds vragen over thuis. Maar thuis is geen thuis. Haar ouders gedragen zich niet als ouders. Ros dwaalt liever rond en als ze al graag ergens heengaat, is het naar Jill. Jill zorgt ook voor roggebrood. Want dat blijft lang goed en Ros kan er lang mee doen. Ondertussen probeert de geheimzinnige vriend Ros te helpen.

Dit gevoelige verhaal kabbelt rustig voort. De schrijver neemt de tijd om het verhaal van Ros te vertellen. Ik zelf vond het mooi, maar ik vraag me wel kritisch af of de jeugdige lezer hier ook het geduld voor heeft. Hebben ze dat wel, dan is het dit boek een heel goed geschikt voor een bespreking en een eventueel leesproject. Het verhaal roept namelijk vragen en gespreksonderwerpen op. Eenzaamheid, verlies, schaamte, geen thuis-gevoel hebben, alles komt voorbij. Dit is prima te verwerken in een bespreking, maar leerlingen kunnen bijvoorbeeld ook een collage maken van een afvaltuintje. Ook kunnen ze beschrijven hoe ze Ros zouden helpen en hoe je zou kunnen merken dat een vriendje of een vriendinnetje dit thuis ook meemaakt. Het boek kan daarin heel leerzaam zijn.

Ik vond het een mooi debuut, gevoelig en beladen. Het personage Ros vond ik niet altijd even makkelijk te doorgronden. Maar misschien leefde Ros zelf ook niet, voelde ze zich geleefd en gevangen tussen haar gedachtes en schaamte. Vluchtend voor zichzelf in afvaltuintjes en het verzamelen van mooie kastanjes. Alles doen om niet te hoeven denken aan iets wat er niet is, maar er wel zou moeten zijn… een thuis, liefde… Ik vind dat de schrijver dit gevoel heel goed heeft gevangen in zijn verhaal.