2 april 2018

Zondagskind van Judith Visser

Ik maak alvast een beginnetje in ‘Zondagskind’ bedacht ik me en daarna zou ik nog wat huishoudelijke klusjes afwerken. Toen ik begon kon ik niet meer stoppen. Dagen achter elkaar ging ik op tijd naar bed om verder lezen over het gecompliceerde leven van Jasmijn Vink.

‘Zondagskind’ gaat over de jeugd van Judith Visser. Judith gaf haar personage de fictieve naam Jasmijn Vink. Een vogelnaam als achternaam. Jasmijn voelde zich op school als een vogeltje in een kooi. Judith Visser heeft asperger, daar kwam ze op latere leeftijd achter. In de jaren ’80 en ’90 was er nog niet zoveel bekend over autisme.

Overgeven bij een kinderfeestje

Jasmijn Vink praat niet makkelijk. Thuis wel, maar op school niet. Terwijl alle kinderen vrolijk (en druk) spelen, kruipt Jasmijn liever in een hoekje met een boek. Ze speelt en praat niet graag met anderen. Kinderfeestjes slaat ze liever over. Als ze toch gaat, dan gaat het mis en krijgt ze hoofdpijn en wordt ze zo misselijk dat ze moet overgeven. Eigenlijk gaat Jasmijn liever helemaal niet naar school… Ze is veel liever bij haar hond Senta.

De ouders van Jasmijn zijn liefdevol, warm en denken makkelijk over het gedrag van hun dochter: ‘Zo is ze nu eenmaal’. Jasmijn gaat niet graag op bezoek bij familie, blijft op haar kamer bij visite en dwaalt het liefst alleen door de wijk met Senta. De middelbare school valt haar zwaar. Nóg meer drukte en prikkels. Liever zit in Jasmijn in de Rotterdamse bibliotheek, of in de kelderbox van het naastgelegen flatgebouw bij haar school. Toch maakt ze voorzichtige stapjes naar sociaal contact. Met vallen en opstaan leert Jasmijn omgaan met haar gevoelens en onzekerheden.

Beklemmend

Als lezer weet je dat Jasmijn asperger heeft, maar de personages in het boek weten dat niet. De leerkrachten op school weten het niet, de klasgenootjes weten het niet en Jasmijn’s ouders weten dat ook niet. Dat maakt het verhaal soms extra pijnlijk!

Wanneer iemand Jasmijn een “kapsoneswijf” noemt, dan wil je roepen dat het heel anders zit. Als er gezegd wordt dat Jasmijn zich aanstelt, dan wil je het voor Jasmijn opnemen en uitleggen hoe het zit. Maar dat kan niet als lezer en dat geeft soms een machteloos en beklemmend gevoel.

Vriendschap

Jasmijn is heel slim, vindingrijk en heeft een grote fantasie. Soms wordt Jasmijn arrogant genoemd, terwijl ze eigenlijk heel onzeker is. Een mooi voorbeeld is dan ook hoe Jasmijn zich extreem druk maakt over het eten bij een vriendin. Zoiets simpels voor anderen, maar voor Jasmijn een enorme berg om te beklimmen.

Uiteindelijk sluit Jasmijn op de middelbare school vriendschap met Kirsten. Dit gaat in het begin moeizaam, maar Kirsten heeft een engelengeduld en lijkt Jasmijn te doorgronden. Ondanks dat Jasmijn af en toe zichzelf geen houding weet te geven, geeft Kirsten niet op en dat gegeven vond ik een heel ontroerend element!

Begrip

Ook heeft Jasmijn wijze en mooie gedachtes in haar hoofd. Zoals “Geen enkele wens lag zomaar voor het oprapen, maar je kon altijd een trap bouwen.” dit schrijft Judith Visser als het gaat over de toekomst van Jasmijn en haar klasgenootjes. Ook het licht wat Judith (of Jasmijn) schijnt op de leerplichtwet vond ik interessant. De meeste mensen zullen zeggen: ‘duh, je moet gewoon tot je 18e naar school, punt’. Maar het kan voor sommige mensen een letterlijke lijdensweg zijn.

‘Zondagskind’ is zeker een aanrader voor iedereen die graag meer wil weten over asperger. Daarom past dit boek ook goed in het onderwijs. Zowel voor leerlingen als leerkrachten. Om bijvoorbeeld een klasgenoot/leerling met autisme beter te leren begrijpen. Maar buiten dat is het ook een hele ontroerende en meeslepende roman. Het boek is vrij dik, maar wat mij betreft hadden het wel 1000 pagina’s mogen zijn. Ik wou namelijk nog geen afscheid nemen van Jasmijn en daarom hoop ik ook op een vervolg!

Ik heb veel bewondering voor het feit dat Judith Visser zich met ‘Zondagskind’ zo bloot durft te geven!

6 reacties

Geef hier je reactie

Wellicht ook interessant voor je: