1 juni 2020

Stilstaand water van J.W. Jansen

J.W. Jansen staat bekend om zijn romans met surrealistische invalshoeken. Hij verweeft graag filosofische overpeinzingen in zijn verhaal.

In ‘Stilstaand water’ wordt de wereld geregeerd door kou, alleen in het Zuiden is het nog warm en leefbaar. De familie Munius woont nog in het koude deel, maar ook zij besluiten te verhuizen naar het Zuiden. Dit is een lange en barre tocht en hoe dichter ze bij het Zuiden komen, des te meer voelen ze dat ze niet welkom zijn. Het leven van de familie Munius staat in het teken van de visserij.

Op weg naar een utopie

Het Zuiden wordt gezien als een utopie. Maar de weg ernaartoe is lang en niet zonder obstakels. Naarmate ze dichter bij het Zuiden komen krijgen ze te maken met handhavers en achterdochtige kampbewoners. Sommige mensen zijn al eerder teruggekeerd van het Zuiden. Maar de familie Munius zet toch door. Ze zijn afhankelijk van de visvangst en in diep bevroren water kan men niet vissen.

In het begin voegt Buk Munius zich bij zijn familie. Hij zat eerder in de gevangenis, maar hij is vrijgelaten. Zodra hij is teruggekeerd bij zijn familie begint de tocht naar het Zuiden. Hoop doet leven, maar de familie krijgt te maken met veelvuldig geweld en de dood.

Metafoor

Ik ontdekte tussen de regels een bijzondere metafoor. Ik moest sterk denken aan de vluchtelingenstroom van de voorgaande jaren, veel van hen kwamen met hoop en idealen aan in Europa, maar werden alles behalve welkom ontvangen. De familie Munius wordt ook overal met argusogen bekeken, ze zijn één van de laatste families die uit het koude gebied komen. Ze hebben honger, zoeken warmte en een thuis.

Een rode draad in het boek is ook de visserij. Vooral pa Munius laat zich leiden door de visvangst het is bijna een soort religie voor hem. Zijn afgod is Izaak Walton en bij veel van zijn uitspraken noemt hij zijn held bij naam.

De personages en de dialogen

Wat ik oprecht jammer vond was dat vrijwel elk personage nogal gevoelloos over leek te komen. Het is nogal een grote familie en vrijwel iedereen communiceert hetzelfde, hierdoor zijn de personages niet echt uniek en lijkt het alsof ze allemaal bot met elkaar communiceren. De dialogen komen daardoor ook niet echt goed uit de verf. Hoewel de personages (voornamelijk ma Munius) heel wat voor hun kiezen krijgen, lijkt het alsof ze er niks bij voelen.

Ik denk dat als de auteur de familie wat kleiner had gemaakt, er meer ruimte en tijd was geweest tot het creëren van unieke personages, elk met hun eigen eigenschappen en gevoelens. Dan had bijvoorbeeld ma Munius haar pijn en verdriet realistischer kunnen verwerken en dan had ik als lezer ook wat makkelijker een band op kunnen bouwen met haar en de rest van de familie.

Voor een specifieke doelgroep

J.W. Jansen heeft veel werk in ‘Stilstaand water’ gestopt. Hij heeft een filosofische stijl en weet een surrealistische wereld op papier te zetten. Hij verstopt maatschappelijke thema’s als paaseitjes tussen de regels. Het is echter geen gemakkelijk boek, het vergt doorzettingsvermogen en geduld van de lezer.

Als je houdt van filosofie, visserssport en een surrealistische setting, dan is dit boek misschien wel iets voor jou.