20 oktober 2024
Mailen met Jacqueline Zirkzee

Een tijdje geleden vroeg Jacqueline mij of ik haar nieuwste boek ‘SALOMON’ wou lezen en toen vroeg ik haar gelijk of ik haar dan mocht interviewen voor deze rubriek.
‘SALOMON’ speelt zich af in de toekomst en dat is best een bijzondere wereld. Ik vroeg me af welke elementen uit het boek ze graag terug zou zien in onze toekomst. We blikken terug op mijn favoriete boek ‘Het heksenhuis’ en hoe doe je research voor een boek dat zich afspeelt in de prehistorie?
Hoe kwam je op het idee voor ‘SALOMON’?
Tot nu toe schreef ik historische romans. De thema’s en tijdperken liepen uiteen van de opkomst van de eerste steden in de prehistorie tot de heksenvervolgingen in de zeventiende eeuw. Voor dit boek wilde ik eens iets heel anders, toch bleef het perspectief eigenlijk hetzelfde: voor ‘SALOMON’ ben ik als schrijver in de huid gekropen van een historicus uit de toekomst, die terugkijkt op het heden. Ik was geschokt door de Toeslagenaffaire, de misstanden bij Jeugdzorg en de hele doorgeschoten bureaucratie van deze tijd, die mensen ook op andere vlakken voor grote problemen stelt. Intussen kun je het nieuws niet meer volgen of er is weer een ander schandaal ontdekt.
Met dat idee in het achterhoofd heb ik een toekomst geschapen waarin men besloten heeft dat zulke misstanden nooit meer mogen voorkomen. Het overheidsorgaan ‘SALOMON’ moet daarvoor zorgen. De centrale vraag was: is dat mogelijk? Want mensen blijven wie ze zijn. Zijn het echt monsters die de systemen creëren waarin mensen vastlopen, of creëert het systeem zelf die monsters? Het verhaal volgt één vrouw, iemand die met haar eigen problemen worstelt op het gebied van de liefde, van vriendschap, familie en moederschap. Ze werkt voor de jeugdzorgorganisatie ‘SALOMON’, en ze gelooft dat de protocollen die ze volgt in het belang zijn van de gezinnen die ze begeleidt. Tot er een reeks gebeurtenissen plaatsvindt waardoor alles gaat kantelen.
Ik wou een boek schrijven dat je, nadat je het hebt gelezen, opnieuw wil oppakken vanwege de schuivende perspectieven. Want aan alle goede intenties zitten verschillende kanten en een dader kan ook zomaar slachtoffer worden. Ik wil daar verder niet te veel over vertellen, want daarmee zou ik te veel van de plot weggeven.

Welk verzonnen element uit ‘SALOMON’ zou je heel graag terugzien in de toekomst en wat juist niet?
Wat ik aan die toekomstige maatschappij mooi vind, is dat er bijna geen verkeer meer is. De straten zijn vrijwel helemaal teruggegeven aan de natuur, op de looppaden en een enkele strook voor snelbussen na. Op andere fronten denk ik dat we veel van die toekomst kunnen leren, maar juist niet om het zo na te volgen.
In ‘De eerste priesteres’ dook je in de wereld van de prehistorie, hoe was het om daar de research voor te doen?
Voor mijn eerdere romans kon ik gebruikmaken van geschreven bronnen, maar dit verhaal gaat over de eerste boerendorpen, toen heel veel mensen ook nog jagers en verzamelaars waren. Er was geen schrift, er waren geen steden. Dat betekende dat ik me moest verdiepen in archeologische bronnen om te kunnen reconstrueren hoe mensen zo’n 7.000 jaar terug leefden.
Ik onderzocht opgravingen en reconstructies. Ook haalde ik de oudst bekende geschreven versies van verhalen en mythen erbij, ervan uitgaand dat die eerder mondeling overgeleverd werden. Verder dook ik in de informatie die er is over recentere culturen zonder schrift. Voor een deel volgde ik mijn intuïtie. Ondanks de duizenden jaren die ons scheiden van de personages in ‘De eerste priesteres’, zijn mensen niet fundamenteel veranderd.
Je bent historicus, wat is voor jou de meest interessante periode uit onze geschiedenis? En waar zou je nog over willen schrijven?
Ik heb inderdaad geschiedenis gestudeerd, toch zie ik mezelf in de eerste plaats als romanschrijver. Waar ik over schrijf, heeft niet zozeer te maken met een fascinatie voor een bepaalde periode, maar of een onderwerp me zozeer naar de keel grijpt dat ik er wel een roman van móet maken. Thema’s die terugkomen zijn vervolging en onderdrukking, zoals in ‘Het Heksenhuis’ en de VOC-roman ‘Reimer’. Waar mijn volgende boek over zal gaan weet ik nog niet, al denk ik op dit moment dat het verhaal van ‘SALOMON’ best nog eens een vervolg zou kunnen krijgen.

Een van je mooiste boeken vond ik ‘Het Heksenhuis’, hoe kijk jij terug op dat boek en de tijd toen het uitkwam?
Zelf vind ik ‘Het Heksenhuis’ ook een van mijn beste boeken. Het snijdt een zwaar thema aan: het gaat over martelingen en andere akelige zaken, terwijl het tegelijkertijd een avontuurlijk en spannend verhaal is, waar hoop, vriendschap en liefde een rol in spelen. Bijna alle personages in het boek hebben echt geleefd. Het was niet makkelijk om het boek te schrijven, het duurde lang voor ik alle lijntjes bij elkaar had en tevreden was over het resultaat.
Toen de eerste editie van ‘Het Heksenhuis’ in 2008 bij uitgeverij Conserve verscheen, was het een succes. Er was een spetterende lancering, met muziek, dans, bijzondere toverdrankjes en heksenhapjes. Mijn lieve vriendin Hanny Alders, zelf bestsellerauteur, nam het eerste exemplaar in ontvangst. Het was echt één groot feest. In 2020 nam ik het manuscript van ‘Het Heksenhuis’ door voor de herziene druk en ik ontdekte dat er maar heel weinig aan veranderd hoefde te worden: het verhaal stond nog steeds als een huis. Het verscheen wat geruislozer dan die eerste editie, want dat was in de coronatijd, maar fans weten het boek gelukkig nog steeds te vinden.
Ik was destijds heel blij met het boek, maar ik ben nóg trotser op deze nieuwe uitgave, met de mooie cover en royale opmaak van uitgeverij De Brouwerij, opgeluisterd met toepasselijke symbolen en een bronnenlijst voor wie meer wil weten.
Naast auteur en historicus ben je ook schrijfcoach. Kom je zelf nog toe aan het lezen van boeken van momenteel en zo ja, welk boek ligt nu op jouw nachtkastje?
Ik lees altijd verschillende boeken tegelijk, in verschillende genres: iets luchtigs als ‘The gun seller’ van Hugh Laurie lees ik in een ruk uit, daarnaast ligt dan ‘Ficciones’ van Jorge Luis Borges, een boek dat je stukje bij beetje tot je moet nemen, net als ‘The Wind-Up Bird Chronicle’ van Haruki Murakami, dat ik vooral lees omdat het me slaperig maakt – ik ben er dan ook al maanden in bezig.
Ik lees veel Engelstalige boeken, omdat ik dan mijn innerlijke redacteursstem, die op de achtergrond onder het lezen commentaar geeft, makkelijker kan uitschakelen. Anders laat ik me toch vaak afleiden door taalkundige eigenaardigheden en de vraag waarom een schrijver of uitgever bepaalde inhoudelijke keuzes heeft gemaakt.
Verder ben ik nog bezig in het non-fictieboek ‘De Zanzibardriehoek’ van collega-historicus Martin Bossenbroek en de roman ‘Wat wij verzwijgen’ van Aisha Dutrieux; omdat dat mooie boeken zijn, maar ook omdat ik met die laatste twee in de Schrijverskring Oegstgeest zit. Hoeveel ik ook van mijn werk houd, het komt voor dat ik na een lange dag manuscripten doornemen geen zin heb in nóg meer letters, dan kijk ik een film of serie. Toch blijft het lezen van boeken mijn voornaamste bron van ontspanning.
Dank je wel Jacqueline
Het was erg leuk een kijkje te krijgen in jouw werkwijze, hoe je research doet en welke boeken je zelf leest. Ik wens je veel succes met alles wat nog op je (schrijvers)pad komt!
20 oktober, 2024 om 09:42
Jacqueline zegt:Dank je wel, Luna!
20 oktober, 2024 om 22:59
Leesdame zegt:Graag gedaan Jacqueline, Ik vond het leuk om met je te mailen.