28 juli 2024

Mailen met Megan van Kessel

In juni las ik het debuut Uitzicht van dichtbij van Megan van Kessel. Een verslavend goede roman en ik vroeg me af hoe het voor Megan zelf was om dit boek te schrijven.

Megan van Kessel had tijd om met mij te mailen en ze vertelde veel interessante informatie over haar debuut. Wat er op haar afkwam toen ‘Uitzicht van dichtbij’ verscheen en welke onderwerpen haar het meest fascineren. Ik was ook nieuwsgierig of ze nog wel eens garnalenknoflooksalade at.

‘Uitzicht van dichtbij’ heeft mij erg geraakt, hoe was het voor jou om dit boek te schrijven?

Nadat ik afstudeerde ging ik automatisch door met wat ik tijdens mijn studie deed; filmen, fotografie, schilderen en schrijven – maar welk mens heeft daar nou tijd voor? Uiteindelijk bleef het laatste over. Schrijven ging het meest vanzelf en het was ook prettig om onafhankelijk van een kunstenaarsbenodighedenwinkel of apparatuur te zijn. Ik had niet echt een manier van aanpak. Geen achtergrond die me een slinger richting het literaire circuit kon geven en aanleg voor netwerken heb ik ook niet.

Het begon te lopen toen ik een kortverhaal bij De Optimist had gepubliceerd en werd benaderd door een agentschap. Vanaf dat moment ging ik mezelf steeds meer afzonderen. Ik ben nogal snel geïnspireerd, ook een van de redenen dat ik geen podcasts kan luisteren, uit zelfbescherming. Maar leven moest natuurlijk ook gewoon, dus naast het schrijven gebeurde er telkens een hoop. Parallel aan ‘Uitzicht van dichtbij’ heb ik achtenveertig werkgevers gehad, ben ik tien keer verhuisd, heb twee kinderen gebaard en een vader verloren. Soms lag het boek een jaar stil en ging ik iets anders schrijven en begon ik erna weer opnieuw. Het was extreem zwaar eigenlijk.

De onrust op de achtergrond heb ik geprobeerd om in het hoofdpersonage te stoppen, alsof er continu iets aan haar trekt en ze nergens voor kan gaan. Telkens kijkt ze verlamd toe naar wat ze eigenlijk wil. Al mijn geduld, focus en doorzettingsvermogen ging naar het boek. Zes dagen na mijn bevalling zat ik aan mijn schrijftafel. Het was een schoot waarop ik tot rust kwam en zonder zou ik waarschijnlijk in het gesticht zijn beland. Dat weet iedereen hier thuis ook.

Inmiddels ga ik door de dagen met een geluidwerende koptelefoon op en zie ik amper mensen. Ik verlaat zelden de buurt en mijn werkplek is het eerstvolgende gebouw verderop de dijk waar ik woon. Het lukt me bijvoorbeeld niet om te gaan lunchen of koffiedrinken met iemand. Het feit dat ik twee beurzen heb gekregen en mijn debuut best oké is ontvangen maakt dat ik steeds meer ruimte durf in te nemen met schrijven, opzichtig filosoferend wandelen of nuttig nutteloos kan zijn (bijna zoals een mannelijk schrijver dat kan).

Kwam er veel op je af nadat jouw debuut verscheen in 2023 en hoe kijk je hierop terug?

Eigenlijk wist ik niet wat ik met mezelf aan moest, ik had mezelf verslagen en had ook zoiets van ‘wat is er nou eigenlijk allemaal gebeurd hier?’. Totdat ik mijn eigen boek ging teruglezen, en besefte dat ik een plek heb gemaakt waar ik niet alleen mezelf kan vinden (als ik die een beetje kwijt ben) maar ook mijn vader. Ondanks dat hij afwezig was in mijn leven, kun je ook die afwezigheid missen.

Ik focus vanzelf op de slechte dingen, zo zit ik nou eenmaal in elkaar, en de eerste negatieve recensie kwam van een zeer zelfingenomen Bookstagrammer. Ik zat in de Thalys van Parijs naar Amsterdam en kreeg bijna geen lucht. Schrijvers zeggen dan altijd van ‘O die begrijpt mijn kunst niet’ maar ik dacht gewoon, mijn boek is inderdaad ontzettend slecht! Waarom heeft niemand mij dit verteld? Volgens mij was ik twee dagen depressief; op dat vlak ben ik echt een Cristiano Ronaldo. En het wordt ook niet minder.

Anderzijds voelden de positieve recensies, die van de experts die er natuurlijk echt verstand van hebben, goddelijk. Ik vermoed beter dan heroïne. En dan dacht ik, ja maar ik ben natuurlijk ook een genie – dit is gewoon een meesterwerk, dit is allemaal volkomen terecht. What’s next, Hollywood? Maar het leukste vond ik als lezers zeiden dat mijn verhaal een troost voor ze is. Dat voelt eigenlijk beter dan sterren of een hartje hier en daar.

Maggie woont op een unieke locatie, hoe kwam je op het idee van een omgebouwde kerk?

In het verhaal komt er plots een harde stop in Maggies kabbelende leven. Alsof ze per ongeluk een pakket burgerlijkheid heeft ontvangen en het boek zich afspeelt binnen de twee weken bedenktijd waarin ze moet beslissen of ze dit wel of niet gaat retourneren. Enerzijds verlangt ze ernaar, anderzijds verzet ze zich ertegen – en zo’n kerk heeft toch wel iets dwingends, geïsoleerds en volwassens. Een plek waar mensen vroeger heengingen om te bidden, en continu iets nodig hebben. Het is alsof al die mensen gegoten zijn in de vorm van dat pakket. Toch geeft het haar precies wat ze nodig heeft; dat regime van routine en structuur en herhaling.

Welke onderwerpen fascineren jou het meest en zou je graag in de toekomst uit willen werken in een roman?

Eigenlijk voel ik oprechte nieuwsgierigheid om het dominante narratief in feministische meesterwerken, zoals bijvoorbeeld George (zonder s) uit een’ Zout op mijn huid’ op een subtiele en welwillende manier te heroverwegen. Zij komt bijvoorbeeld terug in andere feministische boeken en dit personage lijkt alles te kunnen en zelden te klagen. Ze klust, melkt koeien, bokst, heeft een natuurlijke uitstraling, is verheven, geliefd bij mannen en vrouwen, laat zich anaal nemen omdat ze dat wil, heeft een minnaar en is een minnaar, ze kookt rokend, heeft een verjaardag tafel vol vrienden en een Mandoline Orchestra-band die speelt, leest Wittgenstein, weet van eclipsen en religie, vliegt over de straten van Mexico waar ze zijderupseneieren eet. Ze snoept en baart. Ze heeft geld, stelt grenzen en maakt keuzes met gemak. Ze geeft een e-mail zonder moeite een pakkend onderwerp.

Persoonlijk ben ik niet die vrouw. Als lezer denk ik vaak: waarom ben ik dat niet? Ik voel me een sukkel. Ik ben niet per se voorstander van de antiheld, maar ik vermoed dat zolang we een superieure schijn ophouden onder de noemer feminisme binnen de literatuur, we niet tot elkaar doordringen. En zolang dat beeld niet klopt met de werkelijkheid en de stem van de vrouwelijke schrijver blijft worden gestuurd volgens regels die ooit zijn bedacht, ontstaan uit ‘feministische meesterwerken’ van een halve eeuw geleden, houden we volgens mij ongelijkheid in stand. Met onzekerheid bij jonge vrouwen, beïnvloed door sociale media en bijna twee keer zoveel vrouwen als mannen met overspannenheid bekend bij de huisarts, wil ik een manier vinden om de lezer te inspireren zichzelf te waarderen en vanuit die positie in de samenleving te functioneren. Om authentiek te blijven zonder te voldoen aan de ideeën/clichés van wat anderen als de standaard zien.

Daardoor zitten mijn hoofdpersonages regelmatig tegen het onsympathieke aan, en gooi ik mezelf vaak onder de bus. Wanneer een mannelijk personage kwetsbaar en gevoelig is, dan is dat iets bijzonders maar voor een vrouw is het de status quo of ‘gezeur’ dus slim is het niet van me. Maar misschien is het voor mij belangrijker om door opgelegde schijn en imago te drillen dan veel boeken te verkopen. En daarnaast vind ik het boeiend om feminisme niet alleen te laten draaien om de man-vrouw verhouding, maar ook binnen relaties van vrouwen onderling. Tussen twee vriendinnen, zoals in mijn volgende boek, of zoals in mijn debuut de relatie tussen een vrouw en haar misogyne vader.

Eet je nog wel eens garnalenknoflooksalade?

Nee want het slechte nieuws is dat deze niet meer verkocht wordt! Alleen de kopieën zonder origineel dolen nog rond, als er al een origineel was.

Leesdame mist deze salade ook.

Dank je wel

Uiteraard wil ik graag Megan van Kessel bedanken voor haar medewerking en tijd. Het is een openhartig interview geworden en ik kijk uit naar haar tweede boek! Volgende week mail ik met Marte Jongbloed.

Geef hier je reactie

Wellicht ook interessant voor je: